Inmiddels zitten we bijna zes weken thuis en ik kan wel zeggen dat we gewend zijn. We hebben een prima ritme te pakken, we weten wanneer Raymond moet werken en wanneer ik aan de slag ga, Skyler doet prima zijn schoolwerk en Maddox lift mee op dit dagschema. Maar dat we eraan gewend zijn, betekent niet dat het allemaal van harte gaat. Niet alleen heb ik nog steeds veel moeite met iedereen om me heen de hele dag; ook de jongens zitten elkaar steeds dwars. Ze maken ruzie, luisteren slecht, kunnen even niet goed samen spelen, zitten elkaar de hele dag in de weg en je merkt echt dat ze hun eigen tijd en ruimte ook zo nodig hebben. Of eigenlijk hun eigen ding weer willen oppakken, het ritme voor de Coronacrisis waar we allemaal zo lekker op gingen.
Wat ons altijd helpt op dit soort momenten is om letterlijk en figuurlijk uit de negatieve sfeer te stappen. Vaak betekent dit een boswandeling in het Amsterdamse Bos of een simpele wandeling ’s avonds na het eten om de overbrugging van het eten naar het slapen goed door te komen. Gisterochtend ging Raymond een hele dag naar kantoor om te werken en toen Skyler zijn schoolwerk had afgerond en ik alweer als een politieagent twee jongens uit elkaar moest trekken riep ik: ‘we moeten eruit!’ Nu wilde ik niet weer naar het bos en een wandeling vond ik niet lang genoeg. Opeens dacht ik weer aan het strandje hier in Aalsmeer, waar we in de zomer zo graag komen. De temperaturen waren goed, het was nog vroeg dus zo druk zou het niet zijn en ik vond het wel een fijne verandering van omgeving. Ik riep de jongens om hun slippers aan te trekken, pakte binnen vijf minuten een tas in, rende naar de schuur voor alle emmers en schepjes die ik kon vinden en daarna stapten we in de auto. Op naar het strand. En dat was een van de beste beslissingen van de afgelopen weken.
Op een ouder met een peuter na verderop was er helemaal niemand en hadden we het strandje voor onszelf. Ik legde de kleden neer, pakte de spullen uit en zag de jongens al richting het water rennen om water te halen voor hun zandkasteel. Vanaf het kleed in de zon heb ik een uur lang naar spelende kinderen gekeken. Kinderen die zich vermaakten, die geen ruzie maakten, die lief met elkaar speelden en die genoten van de qualitytime samen. Daarna deelden we wat druiven, aten we een koekje en toen het rond het middaguur wat drukker begon te worden, liepen wij weer naar de auto. Ik maakte een tussenstop in het dorp bij de viskraam en we sloten de tijd af met kibbeling en vispatat.
Was de middag thuis een stuk rustiger? Een beetje. Ze begonnen heel lief met hun eigen ding en kregen toch weer mot op de trampoline. Er werd boven gespeeld en er werd ruzie gemaakt over een tent en vervolgens gingen ze iPad kijken en werd er ruzie gemaakt wie op welke iPad mocht kijken (hoe dan?!). Maar de ochtend? Dat was er een met een gouden randje.
Van het strand word je altijd kalm en relaxed! heerlijke artikel heb je ook geschreven.
Zo herkenbaar! Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar. Kom nergens aan toe en moet ze heel de tijd uit elkaar trekken. Heel de middag wezen fietsen, speeltuintje geweest en naar oma gezwaaid. Naja snel weer naar de opvang