Ik vind hulp vragen lastig. Altijd al. Het zit gewoon niet in me om te zeggen: ‘Kun jij dit even doen?’ of ‘Ik red het nu niet.’ Ik ben eerder het type dat eerst drie rondjes door chaos rent, twee plannen tegelijk probeert vast te houden en dan pas denkt: oh ja… misschien had ik even iemand kunnen vragen. Het gebeurt overal. Thuis, op het schoolplein, zelfs op werk. Als mijn collega vraagt of hij iets van me kan overnemen omdat het anders te druk voor me wordt, hoor ik mezelf negen van de tien keer meteen zeggen dat ik het zelf wel kan. Alsof ik bang ben dat het lijkt alsof ik het anders niet aankan. Terwijl die collega het met liefde doet en ik er stiekem alleen maar even door zou kunnen ademen.
Een paar weken geleden had ik weer zo’n moment waarin het gewoon níét meer paste. Ik moest Skyler ophalen en op exact hetzelfde moment Maddox ergens anders. Blijkbaar kan ik nog steeds niet op twee plekken tegelijk zijn. Dus belde ik een vriendin. Of zij voetbal even wilde overnemen. Natuurlijk deed ze dat meteen. Geen gedoe, geen vragen, gewoon ‘komt goed, hij mag ook blijven eten. Ik zie je wel verschijnen.’ Ik hing op en dacht: waarom doe ik dit niet gewoon eerder?
En dan die vrijdagmiddag op het schoolplein. Deadline half af, hoofd vol to-do’s, en ik vertelde het een beetje lacherig aan de moeder van een vriendje. Dat ik zo snel weer terug moest om het af te maken en twijfelde of ik Maddox alleen thuis liet, of hem meenam naar kantoor. Zij keek me aan alsof ik gek geworden was: ‘Waarom app je me dan niet gewoon? Je weet dat ik Maddox voor je kan ophalen.’ En ja, ze heeft gelijk. Ik maak het mezelf soms echt onnodig moeilijk. Maar omdat ze zaterdag Maddox ook zou halen van een feestje omdat we voor basketbal in Putten zaten, voelde ik me bezwaard. Zoals zo vaak.
Zelfs in de sportschool gebeurt het. Ik ben daar heerlijk bezig, maar ik heb niet altijd een rem. Ik ga maar door, alsof stoppen hetzelfde is als falen. Meestal komt de eigenaar dan even kijken. ‘Gaat het goed?’ Een simpele vraag, maar precies genoeg om me uit mijn eigen snelheid te halen. Blijkbaar heb ik soms iemand anders nodig om te zien dat het genoeg is geweest. Het is fijn dat ik die mensen om me heen heb. Gewoon door het aan te geven, of ze me af en toe even willen checken. Thuis, op werk, op de sportschool. Dat was een drempel voor me, maar ik ging eroverheen. Ik vroeg om hulp, en tot de dag van vandaag pluk ik daar de vruchten van. Hetzelfde met het ziekenhuis. Ik dacht altijd dat ik het alleen moest doen. Maar Raymond gaat met liefde mee als ik het hem vraag. Zelfs mijn vriendin heeft al een paar keer gevraagd of ze mee moet gaan voor de support. In het ziekenhuis zelf heb ik de laatste keer ook om hulp gevraagd. Ik heb een nieuwe longarts en die afspraak ging niet helemaal van een leien dakje. Ik vroeg of mijn vaste longverpleegkunde en aanspreekpunt in het gebouw was, ze werd gebeld en kwam er zonder problemen bij zitten. Allemaal mega grote stappen voor mij, maar het voelt fijner. Veiliger. Luchtiger.
Het grappige is: als iemand anders hulp nodig heeft, sta ik meteen klaar. Zonder nadenken. Ik twijfel niet, ik weeg het niet af, ik zeg niet dat ik het eigenlijk te druk heb. Maar als ik het zelf nodig heb, maak ik het meteen groot in mijn hoofd. Te groot. Terwijl het meestal iets is dat een ander zonder moeite overneemt.
Een vriendin vroeg vorig jaar: ‘Wat kan ik voor je doen?’ En ik hoorde mezelf zeggen: ‘Vraag af en toe gewoon even hoe het gaat.’ Want dat is wat ik het vaakste vergeet: bij mezelf inchecken. Even stil staan. Even ademhalen voordat ik weer doorga. Ik begin langzaam te leren dat hulp vragen geen nederlaag is. Het is geen bewijs dat je het niet aankunt. Het is gewoon even ruimte maken. Even iemand toelaten. Even niet alles alleen hoeven doen.
En iedere keer dat ik dat wél doe, wordt het lichter. In mijn agenda, maar ook in mijn hoofd. Misschien wordt het ooit vanzelfsprekend. Maar tot die tijd gaat het in kleine stapjes, en dat is helemaal oké. Ik heb voor aankomende maandag ook weer hulp gevraagd. Dat ging makkelijker. ‘Tuurlijk, geen probleem. Gezellig juist om Maddox op te halen!’ Misschien wordt het wel een goed voornemen voor 2026. Om niet alle ballen alleen hoog te hoeven houden. En vooral om dat te accepteren. Afgelopen jaar was het een groot leerpunt voor me; aankomend jaar wordt het hopelijk iets meer vanzelfsprekend.