Door Raymond
Als coach van een basketbalteam is het een prachtige uitdaging om een groep kinderen enthousiast te maken, beter te laten worden, en ze samen tot een echt team te laten groeien. Maar wanneer je eigen zoon ook deel uitmaakt van dat team, krijg je er een extra dimensie bij. Het is een mix van trots, plezier en, laten we zeggen, interessante uitdagingen.
Laten we beginnen met de leuke kant. Het is fantastisch om te zien hoe je eigen kind groeit als speler. Als hij een driepunter scoort voel ik niet alleen de trots van een coach, maar ook die van een ouder. En zeg nou zelf: hoe vaak krijg je de kans om zowel aan de zijlijn als aan de eettafel te werken aan zijn skills?
Daarnaast vinden de andere kinderen het vaak geweldig dat mijn zoon ‘de zoon van de coach’ is. Hij is automatisch een soort mini-assistent. ‘Hoe doet jouw vader dat dan?’ vragen ze soms, alsof ik een of ander handboek voor succes heb. Mijn zoon straalt dan van trots, want tja, Papa weet alles van basketbal.
Maar eerlijk is eerlijk: het heeft ook z’n mindere kanten. Mijn zoon heeft er een handje van om net op de training een discussie met mij te starten. ‘Nee, papaaaa, dat was helemaal geen lopen!’, ‘Waarom fluit je niet? Je bent de slechte scheids!’, ‘Nu deed hij wat ik net deed en je fluit niet!’ En dan sta je daar, met een groep kinderen die jou verwachtingsvol aankijken, terwijl je je eigen zoon probeert te overtuigen dat je toch echt gelijk hebt.
Thuis gaat het vaak verder. Waar andere kinderen na de training lekker relaxen, wordt mijn zoon nog steeds geconfronteerd met ‘de coach’. ‘Heb je je voetenwerk geoefend?’, ‘Hoe zat het met je verdediging vandaag?’ Soms rolt hij met zijn ogen en zegt hij droog: ‘kunnen we thuis gewoon even normaal doen?’
Het grootste leerpunt is balans vinden. Als coach wil ik hem niet voortrekken of harder aanpakken dan de rest. Maar hij voelt die balans vaak heel scherp. Als ik hem tijdens een wedstrijd op de bank zet, krijg ik die blik van: ‘Echt, pap?’ En als ik hem laat starten, lijkt het net alsof ik mezelf moet verdedigen tegenover de rest.
Toch overheerst het plezier. Samen toewerken naar een doel, de spanning van een wedstrijd, en de momenten waarop hij naar me kijkt na een goede actie en ik hem een duimpje geef. Dat zijn de momenten waarvoor ik het doe.
Het is een avontuur, coach en vader zijn in 1. Met ups & downs, eye rolls en high fives, maar bovenal met een band die alleen maar sterker wordt door samen op dat veld te staan. En wie weet, misschien vertelt mijn zoon later wel aan zijn eigen kinderen hoe zijn vader zijn coach en grootste fan was.
Was getekend, de coach. O nee, de vader 😉