Mijn achttiende verjaardag vierde ik bij mijn ouders in Schellinkhout. Zij woonden daar tijdelijk op een vakantiepark en ik weet nog goed dat het heel erg sneeuwde. Toen ’s avonds de bel ging, moest ik per se opendoen van mijn ouders. Ik opende de deur en zag daar een lesauto staan. ‘Gefeliciteerd! Het is tijd voor je rijbewijs!’ Met knikkende knieën stapte ik achter het stuur en had ik een allereerste les, die vooral in het teken stond van leren sturen op een industrieterrein en het aanvoelen van de pedalen. Doodeng vond ik het, maar niet veel later keek ik uit naar de lessen die ik iedere vrijdagmiddag had. Alleen op die dag want de rest van de dagen was ik in Amsterdam bij Raymond. Op vrijdagmiddag kwam ik naar huis, had ik autorijles, op zaterdag werkte ik in de supermarkt en op zaterdagavond ging ik dan weer terug naar Amsterdam.
Als ik terugdenk aan de autorijlessen, kijk ik toch wel terug op een heel leuke tijd. Het was iedere week weer een feestje achter het stuur en ik kreeg steeds meer zelfvertrouwen. De autorijschool stond bekend om het feit dat je meer lessen had dan gemiddeld, maar negen van de tien keer wel in een keer slaagde. Dat was bij mij ook het geval. Ik heb een les of 50 gehad voordat ik mocht afrijden, maar had toen wel genoeg vertrouwen en kennis om in een keer te slagen. Mijn theorie-examen was trouwens wel zo in the pocket. Ik weet nog heel goed dat ik flink aan het leren was en heel veel gratis proefexamens had gemaakt. Eenmaal bij CBR vond ik het héél erg spannend, maar haalde ik de theorie met drie foutjes. Leren en vragen beantwoorden vond ik sowieso fijner dan iets in de praktijk te moeten laten zien. En toen bedacht ik me opeens: dat is nu niet heel veel anders. Ik hou van leren, ben dol op studieboeken, samenvattingen maken en dan vervolgens via examenvragen aan mezelf én aan de opleider te laten zien dat ik de stof goed beheer.
Nu ik in de fase zit dat ik niet helemaal weet wat ik wil qua werk, merk ik dat het vooral de praktijk is die ik eng vind. Ik ben naar allemaal studies aan het kijken, volg de ene na de andere cursus en vind het heerlijk om de boeken in te duiken. Een examen vind ik spannend, maar als ik de stof goed ken komt dat altijd wel goed. Stampen en dan bewijzen dat ik het kan door vragen te beantwoorden vind ik veel prettiger dan dingen leren en ze in de praktijk te moeten toepassen. Ik heb er dan zelf veel minder invloed op. Gek hoe dat werkt in je hoofd. Als ik nu studies zie waar het examen bestaat uit mondelinge presentaties, haak ik eigenlijk wel snel af. Zie ik dat het examen bestaat uit vragen beantwoorden, denk ik daar heel anders over. Echt een stukje faalangst waar ik dan mee te maken krijg. Bang dat ik het niet kan, dat het niet goed is op de manier zoals zij het willen zien. Met vragen is het gewoon een kwestie van beantwoorden en zit je negen van de tien keer, mits je goed geleerd hebt, op het juiste pad.
Zo werkte dat dus ook met de theorie voor de autolessen. Ik stampte de boeken in mijn hoofd, zocht gratis theorie-examens op waarmee ik kon oefenen en leerde zo de stof goed eigen maken. Zo heb ik het ook altijd aangepakt voor mijn andere examens. Markeren, samenvatten, oefen-examens maken en me zo goed mogelijk voorbereiden op wat er komen ging. Een praktijk-examen is veel meer improviseren, hopen dat je situaties tegenkomt waar je goed op kan inspelen en dan maar duimen draaien of je alles goed hebt uitgevoerd. Laat mij maar studeren, dan vertrouw ik veel meer op mezelf. En toch is het wel waar: in de praktijk leer je veel meer en dat geeft dan ook weer veel meer voldoening. Zo ben ik na een jarenlange rij-angst nu dól op autorijden en zou ik niet meer zonder kunnen. Hopelijk gaat dat ook zo werken met mijn toekomstige baan. Dat ik het gewoon ga doen en me steeds comfortabeler ga voelen in mijn rol. Ik kan niet die eeuwige ‘student’ blijven die maar studies en cursussen blijft volgen omdat dat nu eenmaal meer zeker voelt. Maar de studie die ik nu weer heb gevonden, is toch ook wel weer heel erg leuk…